Nadat Geert W. ‘Henk & Ingrid’ verhief tot de ‘Johnny & Anita’ van de 2000s, vroeg Nieuwe Revu me mijn zielenroerselen bloot te leggen. (Niet verder vertellen: mijn vrouw heet Ingrid).
Vroeger zat ik met vier Henken in de klas. Als de meester zei: ‘Henk, kom je even het bord schoonvegen’ stonden we met z’n vieren op. Mijn peetoom heet Henk, mijn grootvader heet Henk en mijn overgrootvader eveneens. Henk komt van Hendrik, een Germaanse naam. ‘Hen’ staat voor Heim en ‘rik’ voor rijk, machtig. Leider van het thuisland, zoiets. Maar Henk is gedegenereerd. Als in reclamespots een sukkelman wordt opgevoerd, heet hij in negen van de tien gevallen Henk. Ik prijs me dus al jaren gelukkig dat ik een duo vorm met Ingrid. Ingrid – associaties: koel, Scandinavisch, Casablanca – tilt Henk op uit het slijk der sukkels. Tot vorige week. Plotseling staat Henk & Ingrid voor Johnny & Anita, voor de doorsnee van het gemiddelde. Henk & Ingrid bestieren het Hollandse gezin waar de blonde ridder uit Venlo voor op zegt te komen: ‘Want deze Henk & Ingrid voelen zich gepakt door de overheid.’ Ook wij voelen ons gepakt, Henk en Ingrid uit Almere, door jullie en door ridder Geert. Het regende SMS-jes de afgelopen week. ‘Connecties met Geert?’ ‘Jullie zijn wel veel in het nieuws, zeg!’ en meer van die grappen. Voortaan is nauwelijks besmuikt gegrinnik mijn deel zodra ik vertel hoe mijn vriendin heet.
‘En jij heet, eh Henk?’
Exit Bergman, weg Bogart-gevoel. Erger: we hebben ook twee jonge kinderen, een jongen en een meisje, we hebben een eigen huis, een tuin en een hond. En ik draag ook nog schoenmaat 42. Sluimerende emigratieplannen worden werkelijkheid. Er zit niets anders op.